AANDACHT voor teeltvrije zone van 1 meter naast de waterlopen

Het decreet Integraal Waterbeleid bepaalt dat geen bodembewerkingen mogen plaatsvinden tot op 1 meter afstand vanaf de bovenste rand van het talud van alle oppervlaktewaterlichamen. Samen met het verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen en het verbod op het gebruik van meststoffen (uitgezonderd bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij begrazing) ontstaat een strook van 1 meter die geen oogstbare teelt kan voortbrengen, een zogenaamde ‘teeltvrije zone’.

Terreinervaring leert dat die teeltvrije zone nog niet langs alle waterlopen aanwezig is. Op dat vlak is dus nog verbetering te boeken. De teeltvrije zone moet aanwezig zijn langs elke waterloop die opgenomen is in het Grootschalig Referentiebestand (GRB). Die laag is onder meer raadpleegbaar in de verzamelaanvraag op het e-loket van het Departement Landbouw en Visserij. De teeltvrije strook van 1 meter moet niet afgesplitst worden van de rest van het perceel in de verzamelaanvraag. Ook de bemestingsnormen blijven gelden voor de volledige oppervlakte van het aangegeven perceel.

Niet alle landbouwers wisten dat elke vorm van grondbewerking verboden is in teeltvrije zone

Tijdens de controles bleek, dat nog niet alle landbouwers volledig op de hoogte waren van de wetgeving rond de teeltvrije zone. Zo stelden de toezichthouders vast dat er nog grondbewerkingen werden uitgevoerd in de teeltvrije zone, en dat specifiek bij de inzaai van een gewas buiten de teeltvrije zone. Dat is niet toegestaan. De eerste meter langs alle waterlopen mag niet meer bewerkt worden, ook niet bij de inzaai van een teelt buiten de teeltvrije zone. Inbreuken hierop zullen gesanctioneerd worden.

Tips om de teeltvrije zone te beheren

Op de percelen waar de landbouwers de regelgeving al goed naleven, zal zich meestal een strook met een spontane bedekking van grassen en kruiden ontwikkeld hebben. Als dat nog niet het geval is, moet die strook zich nog ontwikkelen en is het omwille van akkeronkruiden aangewezen om een strook in te zaaien met gras of een mengsel van gras en kruiden.
Om het aantal maaibeurten te beperken is het aan te raden om een niet-productieve grassoort in te zaaien. Om de strook verder te verschralen of op zijn minst aanrijking door nutriënten die afspoelen van het land tegen te gaan, is maaibeheer aangewezen. Daarbij moet het maaisel afgevoerd of op het perceel gebracht worden op een voldoende afstand van de teeltvrije zone.

De teeltvrije zone als ecologisch aandachtsgebied

Een land- of tuinbouwer die meer dan 15 ha bouwland in gebruik heeft, moet minstens 5% van zijn bouwland aanleggen als ecologisch aandachtsgebied (EAG). De land- of tuinbouwer kan dat invullen door bijvoorbeeld de inzaai van een groenbedekker of een stikstofbindend gewas, de aanleg van bufferstroken, akkerranden of landschapselementen of braaklegging. Vanaf 2018 zal de landbouwer de mogelijkheid hebben om de 1 meter teeltvrije zone langs bouwland mee in rekening te brengen voor zijn oppervlakte aan te leggen ecologisch aandachtsgebied. Meer informatie over de voorwaarden en hoe de aangifte binnen de verzamelaanvraag 2018 moet gebeuren, wordt in de aanloop van de verzamelaanvraag verder geduid.

De teeltvrije zone als beheerovereenkomst

Wie naast de waterloop al een grasstrook heeft aangelegd in uitvoering van een beheerovereenkomst randenbeheer, voldoet meteen ook aan de voorwaarden rond de teeltvrije zone. De teeltvrije zone maakt integraal deel uit van de strook en hoeft dus niet afzonderlijk geregistreerd te worden. De oppervlakte van de teeltvrije strook wordt mee in rekening gebracht voor de beheerovereenkomst zonder gevolgen voor de beheervergoeding.

Deel dit artikel

Ontvang onze tips en advies meteen in je mailbox

AgriCamp is expert in producten voor land- en tuinbouwsector. Ontvang telkens als eerste de nieuwste tips en advies over uw sector. Plaats hieronder uw e-mailadres en selecteer uw gewenste sector.