Japanse haver

Japanse haver (Avena strigosa L.) is een éénjarige wilde variant van de 39e27315-1c2d-44de-a7db-32a68038cd47_haverhaver uit de grassenfamilie. Het is een relatief nieuwe groenbemester die ingezet kan worden voor de bestrijding van het wortellesieaaltje.

Het gewas wordt ingezaaid vanaf juli tot eind september met een zaaidichtheid van 40 à 80 kg per hectare.

Japanse haver ontwikkelt zich in nagenoeg alle (weers-)omstandigheden, is geschikt op alle gronden en kenmerkt zich door een snelle beginontwikkeling en een aanzienlijke bladmassa. Door zijn goede en snelle bodembedekking is het gewas sterk onkruidonderdrukkend.

De soort is gevoeliger voor vorst dan de meeste andere granen. Bij de eerste nachtvorsten groeit het nog wel door maar het gewas zal een strenge winter niet overleven. Na het afsterven is er nog altijd een goede bodembedekking in de vorm van een dichte strooisellaag.

Bepaalde rassen hebben een onderdrukkende werking voor het wortellesieaaltje (Pratylenchus penetrans) en vrijlevende wortelaaltjes (Trichodoriden) en kunnen daarom een alternatief voor tagetes vormen. In tegenstelling tot tagetes is de afname van de aaltjespopulatie bij Japanse haver beperkter. Daarentegen kan Japanse haver later ingezaaid worden, waardoor hij beter inpasbaar is in het teeltplan.

m_258